Trainingen: LOGO

Hoe goed lesmaterialen ook zijn: zonder getrainde en vaardige leerkrachten haal je er lang niet het maximale uit. Daarom zijn onze trainingen gericht op het versterken van de vaardigheden van leerkrachten: hoe beter zij weten hoe ze het woordenschatonderwijs in hun groep kunnen vormgeven, hoe meer effect het sorteert voor de kinderen.

Wat is LOGO?

LOGO is een slimme en goed onderbouwde aanpak voor de ondersteuning van kinderen in hun taalontwikkeling. In LOGO 3000 leren leerlingen de frequente basiswoorden (BAK). In LOGO groep 3 wordt de basiswoordenschat uitgebreid. In LOGO voor groep 4-5 worden schooltaalwoorden aangeleerd. Al het materiaal wordt interactief gebruikt en kinderen oefenen hiermee in mondelinge activiteiten en opdrachten. Het materiaal is ontwikkeld door leerkrachten uit de praktijk.

Wetenschappelijke onderbouwing

Met LOGO wordt gewerkt via het didactisch model van de Viertakt.

Stap 1. Voorbewerken: Voorkennis activeren en betrokkenheid vergroten.

Stap 2. Semantiseren: Woorden betekenis geven en uitleggen.

Stap 3. Consolideren: Inoefenen van woorden, tot een woord een vaste plek in de woordenschat heeft.

Stap 4. Controleren: Het testen van de actieve en passieve woordenschat.

LOGO-implementatietraject

Om de implementatie van LOGO op school te waarborgen zijn de volgende stappen 1 en 2 noodzakelijk:

STAP 1: DE BASIS – online introductietraining                                   

Scholen die een LOGO basispakket hebben aangeschaft volgen deze verplichte training om de benodigde basiskennis op te doen zodat ze met de materialen aan de slag kunnen.

STAP 2: NOODZAKELIJKE ONDERSTEUNING – coaching on the job         

Voor scholen die geen kennis van of ervaring met woordenschatdidactiek hebben, of bij wie de kennis is weggezakt, is het noodzakelijk de volgende stap te zetten. Aansluitend op de introductietraining kiezen zij voor meer ondersteuning in de vorm van klassenconsultatie en verdieping (o.a. theorie, differentiatie, ouderbetrokkenheid, interactieve verwerking, consolideren). Daarmee leren leerkrachten de basisvaardigheden om leerlingen op de juiste intentionele én incidentele manier woordenschat bij te brengen.

Wil je meer weten over de mogelijkheden?

LOGO trainingen kunnen worden verzorgd door een van onze trainers bij aanschaf van de LOGO materialen LOGO 3000, LOGO groep 3 en LOGO Schooltaalwoorden voor groep 4-5. 

Wat is LOGO?

Kinderen leren woorden op basis van andere woorden die zij al kennen. De materialen van LOGO helpen leerkrachten en PM’ers een goede doorlopende lijn te realiseren bij hun woordenschat- en taalonderwijs.

Een zorgvuldige selectie en logische clustering van woorden (uit de beproefde aanpak van Met woorden in de weer) is vertaald naar kleurrijke clusters, praatplaten en kalenderwoorden.

Met behulp van een losbladig systeem dat niet veel tijd kost, werk je systematisch aan woordkennisopbouw, door een zorgvuldige selectie en logische clustering van woorden.

LOGO peuters

Speciaal voor de kinderopvang

Het hulpmiddel om de woordenschat van kinderen uit te breiden.

Jonge kinderen zijn erg goed in woorden leren. Met de materialen van LOGO-peuters in handen kun je als pedagogisch medewerker het verschil maken voor de peuters op je groep. LOGO-peuters is ontwikkeld om peuters de belangrijke basiswoorden goed en snel te laten verwerven, op een speelse manier die aansluit bij de natuurlijke ontwikkeling van het kind en de dagelijkse routines op de groep.

 

LOGO 3000

Voor instroom, groep 1 en groep 2

Het hulpmiddel om de woordenschat van kinderen uit te breiden.

LOGO 3000 is materiaal dat aansluit bij iedere bestaande aanpak en al jouw lessen. Het materiaal bevat alle 3000 woorden uit de Basislijst Amsterdamse Kleuters (de BAK).

Vaak voorkomende woorden worden door kinderen in een semantische samenhang verworven (bijv. vlakbij-verderop-in de verte).

Aan het eind van groep 2 gaan de leerlingen met deze woordenschat goed voorbereid naar groep 3.

LOGO groep 3

Voor kinderen uit groep 3

LOGO groep 3 trekt de lijn door; doorlopend woordkennis opbouwen in de middenbouw, ook bij het (leren) lezen.

In de middenbouw komen er meer abstracte woorden aan de orde; woorden die nodig zijn bij het (leren) lezen en die vaak voorkomen in schriftelijke teksten (bijv. ruw, onschuldig). 

LOGO groep 3 bestaat uit ruim 900 woorden die zorgvuldig geselecteerd zijn uit verschillende frequentielijsten (WAK-, BASILEX-lijst voor groep 3).

Deze woorden worden in logische clusters aangeboden. Wanneer leerlingen deze woordclusters goed begrijpen en kunnen gebruiken, zullen ze beter mee kunnen doen in de les en tegelijkertijd meer woorden oppikken tijdens het begrijpend luisteren en lezen.

LOGO Schooltaalwoorden

Voor leerlingen uit groep 4-5

Schooltaalwoorden zijn moeilijk te leren en aan te leren, maar ze zijn essentieel voor het begrijpen van teksten.

LOGO Schooltaalwoorden bevat 160 woordclusters (80 voor groep 4 en 80 voor groep 5) en werkt aan de opbouw van diepe woordkennis van schooltaalwoorden. Deze woorden komen vooral voor in lees- en leerteksten maar ook in mondelinge toelichtingen van leerkrachten.

Het gaat om woorden die vaak geen expliciete uitleg krijgen maar cruciaal zijn voor tekstbegrip en het schoolse leren (bijv. veroorzaken, machine-fabriek-goederen, feit-mening, verbinding).

Voor minder taalvaardige kinderen is het afleiden van de woordbetekenis uit de teksten en/of uit de instructie van de leerkracht een stap te ver, waardoor ze achterraken in de les. Voor de leerkrachten is het ook ingewikkeld: het gaat immers om complexe woordbetekenissen, die niet altijd zomaar uit te leggen of afdoende in te oefenen zijn.

LOGO groep 4-5 geeft leerkrachten kant en klaar plaatmateriaal, scripts en lesideeën in handen waarmee de complexe schoolwoorden makkelijk, snel en diep geleerd kunnen worden. Niet in een aparte woordenschatactiviteit, maar geïntegreerd tijdens het bespreken of lezen van een moeilijke schoolse tekst of zaakvakles.

Werken met LOGO

Werken met LOGO is makkelijk en plezierig. Alle woorden zijn kant-en-klaar uitgewerkt, met uitgewerkte voorbeelden en plaatjes. Dit spaart enorm in voorbereidingstijd voor de leerkrachten. Zo kunnen zij zich richten op een functioneel taalaanbod waarbij de woorden spelenderwijs aan de orde komen.